Archief

Archive for december, 2017

Kerkelijke betonrot

28 december 2017 1 reactie

De besluiten van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) (GKV) met betrekking tot de toelating van vrouwen tot de ambten van predikant, ouderling en diaken liggen zo’n half jaar achter ons. Ze hebben veel pennen in beweging gebracht, aanleiding gegeven tot bijeenkomsten van verontruste kerkleden en geleid tot de lancering van een website, die de bezinning op de genomen besluiten wil stimuleren. Op plaatselijk niveau zijn kerkenraden met de besluiten aan de slag gegaan en dat heeft tot heel verschillende uitkomsten geleid.

Terwijl sommige kerkenraden besloten direct tot uitvoering van de synodebesluiten over te gaan, maakten anderen pas op de plaats of besloten het proces van revisie in te gaan. Dat laatste is de kerkrechtelijk juiste weg, wanneer men bezwaren heeft tegen besluiten van kerkelijke vergaderingen. In die zin valt daartegen geen bezwaar te maken. Tegelijk roept dit proces de nodige vragen op. In de afgelopen maanden is bij mij de scepsis ten aanzien van dit proces toegenomen. Dat heeft niet alleen te maken met twijfel aan de uitkomst ervan; daarover valt nauwelijks iets met zekerheid te zeggen. Het betreft ook het proces zelf en de gevolgen ervan voor de eenheid binnen gemeenten en binnen het kerkverband.

Wat beogen kerkenraden, die in revisie gaan tegen de genomen besluiten? Ik heb geen inzicht in de activiteiten die op dit punt al zijn ondernomen of worden voorbereid, maar ik zie hier twee opties. De eerste is dat men de eerstvolgende reguliere Generale Synode verzoekt uit te spreken dat de toelating van vrouwen tot de ambten van predikant en ouderling strijdig is met de Schrift (naar mijn indruk is er weinig bezwaar tegen de uitoefening van het ambt van diaken door vrouwen). Daarmee vraagt men de synode in feite uit te spreken dat de vorige GS het principieel bij het verkeerde eind had. De kans dat het tot zo’n uitspraak komt, lijkt me nihil. Het zou dramatische gevolgen hebben en zeker tot een breuk leiden. Want zo’n uitspraak impliceert dat al die afgevaardigden, die op de laatst gehouden synode de voorstellen betreffende de toelating van vrouwen tot de ambten hebben gesteund, daarmee onschriftuurlijk gehandeld hebben en dat hun opvattingen als onschriftuurlijk worden bestempeld. Wat zal dat betekenen voor hun positie binnen de kerken?

Het maximaal haalbare lijkt me de tweede optie: de komende GS vragen uit te spreken dat het door de laatste GS genomen besluit onvoldoende is gemotiveerd en dat de aangevoerde gronden niet als argument ten gunste van de genomen besluiten kunnen dienen, ten dele ook doordat daaraan onjuiste of niet overtuigende exegeses ten grondslag liggen. Daarmee wordt de situatie van vóór de Generale Synode hersteld en kan een nieuw traject van studie en bezinning worden ingegaan. Daarbij doet zich uiteraard wel het probleem voor dat een aantal gemeenten inmiddels vrouwelijke ambtsdragers heeft. Wat zijn de consequenties voor hun positie? Bovendien hebben ze bij hun bevestiging verklaard ervan overtuigd te zijn dat God zelf hen tot hun ambt heeft geroepen. Moet dit achteraf dan als op z’n minst twijfelachtig worden beschouwd? Nog problematischer wordt de situatie, als vóór de eerstvolgende reguliere synode vrouwen als predikant zijn bevestigd.

Het is niet ondenkbaar dat dit ertoe zal leiden dat de synode zal terugschrikken voor de consequenties van een intrekking van de genomen besluiten, zelfs wanneer ze daartoe op principiële gronden geneigd zou zijn. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de praktijk de principes zal verdringen. Daarom is het niet onbegrijpelijk dat in elk geval enkele kerkenraden streven naar het bijeenroepen van een bijzondere synode om de bezwaren tegen de besluiten van de GS te bespreken.

Desondanks lijkt me dit niet de meest aangewezen weg. Terwijl op een reguliere synode meerdere kwesties aan de orde komen, zal het bij een bijzondere synode maar over één kwestie gaan. Mindere vergaderingen moeten daarvoor de afgevaardigden aanwijzen. Het ligt voor de hand dat men zich bij de keuze zal laten leiden door de vraag welke opvatting eventuele afgevaardigden in deze kwestie toegedaan zijn. Een sterke polarisatie is onvermijdelijk en daaruit zullen ongetwijfeld partijschappen voortkomen. Dat zal de eenheid binnen de kerken – die toch al flinke averij heeft opgelopen – wellicht onherstelbaar beschadigen. Een bijzondere synode zal een kerkscheuring dichterbij brengen, nog helemaal afgezien van de besluiten die zo’n synode zal nemen.

Laten we geen illusies koesteren over de gevolgen van een proces van revisie, hoe dit ook eindigt. De Generale Synode heeft zich met haar besluiten over vrouw en ambt in een wespennest gestoken. Iedereen weet dat je daar niet ongeschonden uitkomt.

Maar we moeten nog een spade dieper steken. Laten we aannemen dat men in goede harmonie tot de conclusie komt dat de Generale Synode overhaast en op twijfelachtige gronden een besluit heeft genomen en dat het nodig is ons eerst nog eens uitvoerig over deze kwestie te bezinnen. Dan is daarmee de kou nog niet uit de lucht. Want diverse tegenstanders van de GS-besluiten zijn van mening dat aan de soms heel tegengestelde interpretaties van Schriftgedeelten en individuele teksten een verschil in hermeneutiek ten grondslag ligt. Daarmee krijgt de kwestie een heel andere dimensie. Maar zolang men het er niet over eens kan worden of en zo ja, in welke zin sprake is van verschillen op hermeneutisch vlak, wordt het vrijwel onmogelijk tot een consensus in de onderhavige kwestie te komen. Dan zal verdere discussie over vrouw en ambt geen helderheid brengen, maar alleen tot nog grotere spraakverwarring leiden.

Ik heb al eerder gewezen op allerlei andere verschijnselen die zorgen baren. Daartoe behoort de voorgenomen fusie met de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK). De tendensen, waarover ‘bezwaarde’ kerkleden zich zorgen maken, zullen hierdoor alleen maar versterkt worden. De samenwerking met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) biedt daaraan geen tegenwicht. Dat is deels het gevolg van het feit dat de problemen die binnen de GKV spelen, ook in dat kerkverband te signaleren zijn. Daarnaast is door de laatste GS-besluiten die samenwerking onder druk komen te staan. Als puntje bij paaltje komt zal de GKV de eenheid met de NGK zwaarder laten wegen dan de banden met de CGK.

De GKV lijden aan iets dat men kan vergelijken met betonrot. Dat is een verschijnsel, waarbij de wapening in beton begint te roesten, wat er uiteindelijk toe leidt dat het beton gaat barsten. We zien het voor onze ogen gebeuren. Dat proces is niet eenvoudig tegen te houden door besluiten betreffende de vrouw en het ambt in te trekken. Dat is slechts het topje van de ijsberg.

De afgelopen maanden ben ik steeds sceptischer geworden over het proces van revisie. Kerkrechtelijk klopt het allemaal en ik ben de laatste om te zeggen dat dit proces niet moet worden ingezet. Maar ik zou de verwachtingen willen temperen. De kans dat de gewraakte besluiten worden ingetrokken, lijkt me klein. Maar ook als dat gebeurt, is dat nog geen teken van een ommekeer en van een terugkeer van een weg die al jaren geleden is ingeslagen. Daaraan lagen overigens meestal geen formele besluiten ten grondslag en mede daardoor bleef een principiële verantwoording uit. Sterker nog, door allerlei opinieleiders binnen de GKV wordt in woord en geschrift glashard ontkend dat de GKV wezenlijk veranderd zijn. Dan wordt het vrijwel onmogelijk fundamentele zaken aan de orde te stellen en is een echt hervormingsproces heel ver weg.

Van alle kanten wordt beweerd dat men hoopt en ernaar streeft, de eenheid van de kerk te bewaren. Dat lijkt in toenemende mate een illusie. Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen. Wanneer de wil om te herstellen in Schriftuurlijke en confessionele zin ontbreekt, zou de tijd van scheuren wel eens dichterbij kunnen zijn dan men verwacht.

Categorieën:christendom, kerk Tags: , , ,