Archief

Archive for september, 2017

Bij de dood van een theoloog

Het overlijden van de theoloog Harry Kuitert heeft heel wat pennen in beweging gebracht. Niet alleen in protestantse of, ruimer, christelijke kring, maar zelfs daarbuiten. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat zijn uitspraken en boeken nogal geruchtmakend waren, maar is ook te verklaren uit zijn bijdragen tot de maatschappelijke discussies over met name euthanasie. In een verder verleden oefende hij kritiek op kerkelijke uitspraken over kernbewapening.

Wat in de reacties uit meer behoudende kring opvalt is de terughoudendheid. Dat is ook het geval bij de toon die het Nederlands Dagblad in zijn commentaar aanslaat. Weliswaar schrijft Dick Schinkelshoek dat zijn naam verbonden is aan de “stapsgewijze afbraak van gereformeerde geloofswaarheden”. “Ieder nieuw boek ging Kuitert daarin een stukje verder. Totdat hij en veel van zijn (jongere) generatiegenoten geen geloof meer overhielden, en ze eenzaam onder een lege hemel achterbleven. De weg van Kuitert bleek niet bevrijdend, maar heilloos.” Maar tegelijk roept hij de critici op tot zelfonderzoek.

Hij wijst op de persoonlijke aanvallen en de soms grove kwalificaties die hem ten deel vielen. Kritiek daarop is terecht en wie de schoen past, moet hem vooral aantrekken. Maar dat is niet het enige. Gesuggereerd wordt dat de kritiek op Kuitert ook wel eens uit angst kan zijn voortgekomen. “Angst voor het afbrokkelen van zekerheden die, toen iemand als Kuitert ertegenaan duwde, niet zo zeker bleken te zijn. Angst voor de vragen die Kuitert stelde (‘hoe weten we zo zeker wat we zeggen te weten over God?’) en de wetenschap dat men die vragen ook aantreft op de bodem van het eigen hart.” Dat laat zich gemakkelijk opschrijven, is echter niet te bewijzen. Er is ook kritiek op gekomen: mensen uit bijvoorbeeld EO-kringen, die destijds het debat over Kuitert van nabij hebben meegemaakt, herkenden dit niet. Maar er zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. Want geloven komt niemand aanwaaien. Juist een gereformeerde gelovige die met de Heidelbergse Catechismus belijdt dat de mens van nature geneigd is God en de naaste te haten, zal het gevaar van de sirenenzang van Kuitert en anderen niet onderschatten. Het is dus best mogelijk dat de kritiek op Kuitert werd ingegeven door angst. Maar dat is dan een terechte angst: niet de angst dat hij misschien gelijk zou kunnen hebben, maar de angst dat de gelovige datgene ontnomen wordt wat hem wapent tegen de aanvallen van de duivel.

Is het, vanuit dat perspectief, te verdedigen dat ook in orthodoxe kring de reacties op Kuiterts overlijden van enige terughoudendheid getuigen? Ja en nee.

Ja: over iemand schrijven of spreken die zojuist is overleden, is een riskante aangelegenheid. Daar is enige terughoudendheid wel op haar plaats. De zegswijze “over de doden niets dan goeds” is niet algemeen geldig, want over bepaalde mensen valt niets goeds te zeggen. Natuurlijk kun je ervoor kiezen iemands overlijden gewoon te melden zonder daar verder nader op in te gaan. Maar wanneer iemand een prominente rol in het kerkelijke en maatschappelijke leven heeft gespeeld, zoals Kuitert, is dat geen optie. Bovendien was zijn invloed groot en dan kun je er, zeker als christelijke krant, moeilijk het zwijgen toe doen.

Nee: Kuitert heeft, zoals het ND-commentaar terecht zegt, een belangrijke rol gespeeld in de afbraak van “gereformeerde geloofszekerheden”. Ik zou het wat scherper willen formuleren. Kuitert is gelovigen voorgegaan in de stapsgewijze afbraak van het geloof in een levende God. Het gevolg is dat niet weinigen hun geloof helemaal zijn kwijtgeraakt. Ze staan nu met lege handen. Daarbij past wel een kanttekening. Wellicht zouden ze hun geloof ook zonder Kuitert zijn kwijtgeraakt. Bovendien: wie zijn geloof aan de wilgen hangt, doet dat zelf. Ieder is persoonlijk aanspreekbaar op zijn relatie tot God en op de inhoud van zijn geloof. Niemand kan zich achter een ander verschuilen en de schuld op anderen afschuiven.

Dat laat onverlet dat wie zich in het publieke debat beweegt een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Door de geschiedenis heen hebben dichters, denkers en wetenschappers grote invloed uitgeoefend, soms ten goede – en in dit Reformatiejaar kunnen we dan aan Luther en Calvijn denken – maar vaker nog ten kwade. Woorden hebben effect en degenen die ze uitspreken of opschrijven moeten zich daarvan bewust zijn. Iedereen die in de publieke sfeer spreekt of schrijft moet deze woorden van Jezus ter harte nemen: “Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden en in de diepte verdrinken” (Mt 18,6).